Weg met die meuk

De laatste jaren ben ik aan het ontspullen. Voor mij is het een heel proces; ik ben opgegroeid met het idee dat je meer spullen kan kopen als je meer geld gaat verdienen; je werkt jezelf op naar een steeds mooier huis, je koopt duurdere auto’s, je kan je duurdere kledingmerken veroorloven en je verzamelt steeds meer spullen om je heen. Dat dit allemaal bijdraagt aan je footprint was niet meer dan een vaag idee in mijn achterhoofd. Voor veel mensen van mijn generatie bieden spullen status; bij je sociale rol horen bepaalde merken auto’s, kleding en ook huizen en de inrichting daarvan. Dit groeimodel van consumptie maakt dat je voortdurend behoefte hebt aan nieuwe spullen die bij je nieuwe sociale status passen. De geweldige documentaire  The queen of Versailles laat dit model in het absurde zien. De docu gaat over een voormalig miss US die getrouwd is met een gewiekste zakenman. Samen hebben ze 8 kinderen, gewoon omdat het kan als je toch overal nannies voor in kan schakelen. Ze bouwen het grootste huis van Amerika, een replica van Versailles, met een idioot aantal kamers en 30 badkamers. De vermakelijk tacky vrouw is volledig ondergedompeld in consumeren.

Als je niet uitkijkt ben je veel vrije tijd kwijt met al dat consumeren. Winkelen was vroeger ook één van mjn favoriete bezigheden in mijn vrije tijd. Niet zo gek als je bedenkt dat al onze steden er helemaal op zijn ingericht. Als je op zondag door een Duitse stad loopt (waar de winkels dan nog wel dicht zijn), dan is het er een beetje doods. En sinds de opkomst van e-commerce is de keuze alleen maar groter en kan je ’s avonds gewoon doorshoppen. Ik kende iemand die letterlijk dagen bezig was met het selecteren van het perfecte tuinbankje, Daarnaast levert bezit ook veel zorgen op. Je moet er constant op letten en je wordt wantrouwig of andere mensen jouw bezit niet willen vernielen of stelen. Het is dus eigenlijk een last om spullen te hebben. Misschien ben je met minder spullen wel veel gelukkiger.

Ik vind het boeiend om te lezen en te kijken naar voorbeelden van mensen die besluiten om met echt veel minder spullen te leven; mensen die in tiny houses gaan wonen of die hun garderobe beperken tot 33 items. Ik las hierover ook het boek Weg ermee van Dennis Storm. Hij omschrijft weinig spullen als vrijheid en citeert uit de film Fight Club: The things you own end up owning you. So true.

Voor mijzelf was bike packing een eye opener. Ik was gewend om met grote koffers op vakantie te gaan. Als ik niet kon kiezen bij het inpakken, dan nam ik gewoon alle opties mee. Terwijl ik uiteindelijk maar een kwart van al die spullen gebruikte, lang moest zoeken naar mijn spullen en sleepte met een grote zware koffer. Toen ik twee kleine tasjes voor op mijn fiets kocht, 1 voorop mijn stuur en 1 onder mijn zadel, kon ik niet meer meenemen dan een extra fietspakje, een jurkje en slippers. Wat maakt dat het leven heerlijk simpel. Ik vind het de allerbeste manier van vakantie. Nergens over nadenken, gewoon lekker fietsen en je mist eigenlijk niets.

Dennis Storm noemt ook de rust die uitgaat van een huis waar weinig in staat. De ergernissen die het kan opleveren als je eigenlijk overal te veel spullen hebt. Dat herken ik o zo goed. In ons huis met 2 pubers slingert overal wel troep rond. Zelf was ik altijd de ergste troep verzamelaar. Veel spullen hadden emotionele waarde voor me, dus ik kon ze moeilijk wegdoen. Marie Kondo was een eye opener voor me. Maar dat is allemaal nog in de categorie ontspullen. Minimalisme gaat verder. Volgens Storm gaat het niet om het wegdoen van spullen, maar om de koopziekte waaraan we lijden. We geven elke euro meteen uit en we willen steeds meer. Mode is nooit klaar. En tegenwoordig is alles mode; zelfs afwasborstels zijn in luxe varianten van designmerken te krijgen. Dat leidt ertoe dat die dingen ook weer uit de mode raken, zodat je weer nieuwe koopt. Als je even uitzoomt, dan zie je ineens hoe belachelijk het is. Je moet hard werken om je consumptiepatroon gaande te houden. Hoe meer geld je verdient, hoe normaler je het gaat vinden om steeds meer en steeds duurdere spullen te kopen. Toen ik nog in Amsterdam Oud Zuid woonde zat ik midden tussen winkels waar je meer dan 10 euro af moest rekenen voor een stronk broccoli en waar de sportschool bijna € 100 per maand was. Nu vind ik het grappig om te zien dat mensen dat willen betalen. Maar wat ik zorgelijker vind is dat de footprint van rijke mensen zo veel groter is. Volgens een onderzoek van I&O Research zijn de grootste uitstoters van CO2 in Nederland hoger opgeleide mannen van 35-49 jaar met hogere inkomens en een eigen huis. Ik heb net het boek Rijkdom van Ingrid Robeyns gelezen. Zij maakt daarin het punt dat superrijken een probleem vormen voor de maatschappij. Geld levert hen mogelijkheden op om het democratische proces te beïnvloeden en dingen naar hun hand te zetten. Bovendien is hun footprint veel groter dan die van mensen die minder te besteden hebben. Daarnaast ziet Robeyns extreme rijkdom als een last voor de groep zelf; het leidt tot zogenaamde status anxiety: het is nooit genoeg. Heb je net een idioot duur schilderij gekocht, is er vast iemand die nog iets exclusievers heeft. Bovendien brengt een leven in rijkdom vele verplichtingen met zich mee, die kennelijk vaak leiden tot emotionele verwaarlozing van bijvoorbeeld de kinderen. Iets minder fixatie op geld dus en iets meer op de wereld om ons heen – en dan bedoel ik dus niet de spulletjes…

About the author

Marianne
By Marianne

Recente berichten

Recente reacties

Archieven

Categorieën

Meta

Marianne

Get in touch

Quickly communicate covalent niche markets for maintainable sources. Collaboratively harness resource sucking experiences whereas cost effective meta-services.