Ik doe tussendoor een leuke klus voor een mooi fashion merk, dus ik verdiep me weer even in de fashion industrie. Wat me opvalt is dat daar nog steeds zo weinig verandert. Nog steeds is minder dan 1% van de katoenteelt biologisch. In een artikel van Emy Demkes op de Correspondent las ik dat uit het rapport Pulse of the Fashion Industry van dit jaar aangeeft dat de verduurzaming van de productie zelfs is vertraagd vergeleken met twee jaar geleden, vooral bij grote bedrijven. Ik heb er steeds meer moeite mee dat fashion zo belastend is voor het milieu en dat weinig wordt gedaan om dat te veranderen.
Vroeger was ik zelf een echte fashion addict. Toen kon dat nog. Dat beeld is de laatste jaren gekanteld. Ik schaam me nu als ik zeg dat ik ooit bijna 100 paar schoenen had. Dat vond ik toen volstrekt normaal. Ik had geen idee hoe groot de footprint was van al die spullen. Op De Correspondent las ik dat voor elke spijkerbroek ongeveer 8.000 liter water nodig is (!), voor een t-shirt 2.500 liter. De CO2 uitstoot van de wereldwijde productie van textiel schat The Independent op 1,2 biljoen ton per jaar; meer dan de luchtvaart en de scheepvaart bij elkaar! Katoen is sowieso een ecologische ramp. Het schijnt zeer vatbaar te zijn voor insectenplagen, dus wordt er volop gif gebruikt om de planten te beschermen. Minder dan 1% van de teelt is biologisch. En dan heb ik het nog niet eens over alle gifstoffen die worden gebruikt voor het verven, het transport, de verpakking en over de erbarmelijke omstandigheden waaronder mensen werken die de kleding maken.
Ik zag ooit de documentaire China Blue, die is me wel bijgebleven. Over naaisters die allemaal heel ver van huis in een fabriek woonden. Vaak vielen ze in slaap achter hun naaimachine, zo veel overuren moesten ze maken. En ze verdienen natuurlijk bijna niets. Opvallend: dure merken worden in precies dezelfde fabrieken worden geproduceerd als de goedkope. Meestal wordt aangenomen dat het ‘veel voor weinig’ -zeg maar het H&M model- ervoor zorgt dat er niet verantwoord geproduceerd kan worden. De marges zijn gewoon te klein, dus het moet wel op deze manier, met uitbuiting van mens en natuur. Maar als je duurdere merken koopt, dan verandert dat niets aan de manier waarop die wordt gemaakt.
Sowieso is duurzamere productie alleen niet de oplossing. Die moet echt liggen in minder kopen. Vroeger hadden modemerken 2 collecties per jaar en was er ook 2 keer per jaar sale. Tegenwoordig zijn er elke week nieuwe collecties en duurt de sale zo ongeveer het hele jaar. Het is zo overduidelijk te veel. Volgens Emy Demkes werden alleen al in Nederland in 2017 meer dan 129 miljoen t-shirts verkocht. Dat is 129 miljoen keer 2.500 liter water. Vind je het gek dat het Aral meer helemaal opgedroogd is vanwege de katoenteelt. Je voelt dat er iets goed mis is, dat we toe moeten naar een model waarbij je als consument bewustere keuzes gaat maken; een paar mooie producten, liefst van een goede designer, in plaats van een kast vol met dingen die je toch niet allemaal kan dragen.